Vijf raceweekends op vier verschillende circuits en in drie landen
Kalender naar vijf weekends en tien races
Het seizoen 2024 telt dus vijf weekends tegenover zes vorig seizoen. Met twee races per weekend krijgen we in totaal tien races waarvan de acht beste resultaten in rekening worden gebracht op het einde van het seizoen. De Spa Six Hours zal je niet terug vinden op de kalender. Desondanks een prachtig weekend met een grote internationale uitstraling. Maar de organisatie voorziet geen races op zondag waardoor alle races moeten schuiven. Aangezien het peloton van de Belcar Historic Cup grotendeels bestaat uit zelfstandigen en bedrijfsleiders die dan binnen hun bedrijf vroeger de riem moeten afleggen heeft promotor BRAVO na rondvraag bij de piloten beslist om de Spa Six Hours niet op te nemen in de kalender. Er werd ook een poging ondernomen om de Historic Grand Prix Zandvoort op de kalender te krijgen. Maar daar zouden de verschillende platformen van de Belcar Historic Cup samen moeten rijden met andere kampioenschappen en platform 4 (wagens van de jaren ’90) mag niet rijden wegens te jong. Met één raceweekend in Assen slaat de Belcar Historic Cup een nieuwe weg in en naast de traditionele wedstrijden in Francorchamps, Zolder en de Nürburgring komt er met Assen een vierde circuit bij op een totaal van vijf weekends. Vier circuits en drie verschillende landen. Een eerste stap in de richting van een Benelux kampioenschap?
Vier Belgische kampioenschappen
Inzake reglementering zijn er amper wijzigingen tegenover voorgaande jaren. De Belcar Historic Cup ‘Powered by St. Paul’ herbergt nog steeds vier officiële Belgische kampioenschappen. Ze rijden samen maar kunnen geen punten afnemen van elkaar. Iedere klasse of platform krijgt zijn eigen klassement en tussenstand.
Voor de toeschouwers kan dit voor enige verwarring leiden. Je kan perfect twee identieke wagens zien rijden die in een verschillend platform uitkomen. Dit kan te wijten zijn aan de soort van homologatie of bouwjaar. Daarom zijn de deelnemers verplicht om naast het wagennummer en op de zonneband een gekleurde sticker te kleven die aangeeft in welk platform en klasse ze uitkomen.
Het is dus perfect mogelijk dat je bvb een BMW 320 STW een Ford Capri Cosworth en een Porsche 964 ziet strijden voor de eerste plaats algemeen. Die strijd is dan alleen voor de eer, want de kans is zeer groot dat alle drie deze wagens aan de leiding liggen in hun respectievelijke platform en dus alle drie vol scoren in hun kampioenschap ongeacht hun positie aan de finish. Voor de piloten in kwestie is het op dat moment het belangrijkste om als eerste over de meet te bollen. Goed voor het publiek dat soms prachtige en verhitte duels ziet tussen de platformen onderling.
Vier platformen
De platformen 1 & 2 herbergen de oudste wagens van het veld met een bouwjaar van 01/01/1947 tot 31/12/1981.
Platform 1 is voorbehouden voor voertuigen die niet afwijken van hun vroegere originele homologatie en deze rijden dus met een FIA Historic Technical Passport (HTP).
Platform 2 is identiek aan platform 1, maar deze wagens genieten meer technische vrijheden en zijn geëvolueerd binnen de krijtlijnen van het technisch reglement. Het gaat dan vooral om aanpassingen
aan remmen, ophanging of motor. Verschillende piloten opteren voor een upgrade in functie van de veiligheid door bvb andere remmen te monteren. Zij rijden dan met een Nationaal Technisch Paspoort (NTP).
Sinds de FIA drie jaar geleden besliste om de leeftijd van de Historics op te trekken naar 1990 spreken we niet meer over youngtimers. Deze ex youngtimers zijn nu ook Historics, maar zijn jonger en sneller en dus volgens het Belgisch sportief reglement ingedeeld in platform 3 voor wagens tussen 1/01/1982 en 31/12/1990.
Platform 4 herbergt de vroegere ‘nineties’ met een maximale cilinderinhoud van 2500cc. Platform 4 is in het leven geroepen voor ex Belcar wagens, cup wagens en ex BTCC/WTCC/ETCC uit vervlogen gouden tijden. Deze klasse is bezig aan een opmars na enkele zwakke kwantitatieve seizoenen.
Platform 5 is er voor gastwagens die geen punten scoren maar wel moeten voldoen aan bepaalde technische reglementen inzake veiligheid.
De platformen 1, 2, 3 en 4 kennen op het einde van het seizoen elk een officiële Belgische kampioen. Binnen deze platformen zijn er ook nog verschillende onderlinge klassen volgens de cilinderinhoud. Deze winnaars krijgen een apart klassement binnen de organisatie van promotor BRAVO.