Vol huis in 2022

Admin | 03-05-2022 - 14:38

Met het New Race Festival op Circuit Zolder wordt ook de Belcar Historic Cup powered by St. Paul 2022 op gang geschoten. Met 47 zogeheten ‘package deals’, waarbij de ingeschreven teams zeker zijn van deelname aan het ganse seizoen, is de Belcar Historic Cup powered by St. Paul uitverkocht. In principe toch, want 47 wagens is het maximale startveld voor een sprintrace op Circuit Zolder. Maar uiteraard mag het startveld in Francorchamps en op de Nürburgring groter zijn en zijn er nog mogelijkheden om het startveld in Zolder verder aan te dikken.

Bron: https://www.autosport.be/news/belcar-historic-cup-powered-by-st-paul-vol-huis-in-2022.html

Opnieuw vier platformen, een pak favorieten en bijzonder knap en historisch materiaal.

Na een desastreus corona-seizoen met amper één raceweekend in 2020 herpakte de Belcar Historic Cup zich in 2021 met zes knappe weekends en twaalf races. De Belgische kampioenen in de respectievelijke platformen waren Bas Van Elderen (Escort MK1), Gust Van Haelst (Mazda RX3), Luc Moortgat (Porsche 964 Cup) en Tim Kuijl (BMW E36 2.5l).

Veel is er niet veranderd in de sportieve en technische reglementen tegenover vorig seizoen waarin de Belcar Historic Cup een ware metamorfose onderging. Toen werden de platformen drie en vier samengevoegd en werden de ‘nineties’ of ex-Belcar-wagens (max 2500cc) ingedeeld in platform 4. Vanaf dit seizoen mag quasi iedereen met slicks de baan op. In platform 1 (HTP paspoort) worden de rijders op slicks geselecteerd via de FIA-reglementering, terwijl dit in platform 2 (NTP) enkel geldt voor wagens vanaf bouwjaar 1972. Verder worden de startvelden niet meer opgedeeld in twee groepen en we krijgen telkens één groot startveld. Indien de timing het toelaat, zijn er twee kwalificaties voor de twee races en dus per kwalificatie een startopstelling. In weekends waarin er maar één kwalificatie wordt verreden, is de uitslag van de eerste race meteen de startopstelling van de tweede race.    

Even het geheugen opfrissen: onderlinge platformen

Het Belgisch kampioenschap voor historische wagens bestaat uit vier platformen of klassen met platformen 1 & 2 als oudste wagens van het veld met een bouwjaar van 01/01/1947 tot 31/12/1981.

Platform 1 is voorbehouden voor voertuigen die niet afwijken van hun vroegere en/of originele homologatie en deze rijden dus met een FIA Historic Technical Passport (HTP).

Platform 2 is identiek aan platform 1, maar deze wagens genieten meer vrijheden en zijn technisch geëvolueerd binnen de krijtlijnen van het technisch reglement. Zij rijden met een Nationaal Technisch Paspoort (NTP).

Sinds de FIA twee jaren geleden besliste om de leeftijd van de Historics op te trekken naar 1990 spreken we niet meer over youngtimers die nu zijn ingedeeld in platform 3 voor wagens met een bouwjaar tussen 1/01/1982 en 31/12/1990. In tegenstelling tot vroegere jaren rijden hier de Toerismes en GT’s sinds twee seizoenen samen in eenzelfde platform. Aangezien de (voormalige) Youngtimer GT’s in 2019 amper drie wagens (lees Porsche) telde, heeft organisator BRAVO beslist om de ex-Youngtimer GT en ex-Youngtimer Toerisme vanaf 2020 samen te gooien in platform 3. Dit brengt opnieuw een mooie strijd met zich mee zoals we vorig seizoen zagen tussen Porsches en de BMW’s M3, de Volvo 240 turbo, enz.

Platform 4 herbergt de vroegere ‘nineties’ en zijn in principe de huidige youngtimers met een maximale cilinderinhoud van 2500cc. Hier vonden we tot hiertoe vooral enkele potige BMW’s, aangevuld met cupwagens en ex-BTCC / WTCC wagens uit vervlogen gouden tijden. Deze klasse is bezig aan een opmars na enkele kwantitatief zwakke seizoenen.   

Platform 5 zijn de gastwagens die geen punten scoren en moeten voldoen aan bepaalde technische reglementen inzake veiligheid.

De platformen 1, 2, 3 en 4 kennen op het einde van het seizoen elk een officiële Belgische kampioen. Binnen deze platformen zijn er ook nog verschillende onderlinge klassen volgens de cilinderinhoud. Deze winnaars krijgen geen Belgische titel, maar wel een apart klassement binnen het de organisatie van het kampioenschap.

Troepenschouwing

Platform 1 met de Capri Weslake van Dieter Kuijl in favorietenrol    

Een wagen aan de start brengen volgens de tijdsgebonden homologatie is blijkbaar geen sinecure en een kostelijke onderneming. Vandaar de steeds terugkerende bloedarmoede binnen Platform 1 waardoor deze momenteel onderbemand blijft met amper vier reguliere wagens die inschreven voor het ganse seizoen. Maar wel stuk voor stuk juweeltjes met een FIA homologatie (HTP). Uitgesproken favoriet is hier de historische Ford Capri Weslake 2600RS (2993cc) van Dieter Kuijl. Deze wagen staat in configuratie zoals Dieter Glemser destijds in 1971 Europees kampioen werd en de 24 Hours of Spa won.

Deze krachtpatser zal het voorlopig moeten opnemen tegen de Ford Escort van Bas Van Elderen (kampioen 2021) en Hans-Gerd Brauneiser en de Porsche 911 van Luc Geebelen. Meer dan waarschijnlijk en hopelijk voor de spankracht binnen dit kampioenschap zullen nog HTP-wagens dit viertal komen vervoegen. We kijken dan vooral richting de Lotus Elan van Marc Vandendyck en Roger Poulet en de BMW 2002 van Blommaert. Marc Vandendyck heeft zich trouwens alsnog ingeschreven en maakt gebruik van de package deal van Tom Laureyns die zijn VW Golf (platform 3) niet klaar krijgt voor de eerste afspraak.

Platform 2 met tal van titelpretendenten

Platform 2 is dus voorzien voor identieke wagens als platform 1, maar met een ‘mogelijke’ technische evolutie en een nationale technisch paspoort (NTP). Voorlopig staat de teller op 17 vaste ingeschreven wagens en zijn er veel potentiële podiumkandidaten. In deze klasse zitten enkele zeer snelle wagens uit het verleden, maar ook enkele onbekende factoren.

Hier zien we ook een Ford Capri Weslake 2600RS uit het St Paul Raceteam voor Wim Kuijl met een 2993 cc-motor in het vooronder. Voorlopig ziet men bij de familie Kuijl af van de waanzinnig snelle Capri met de GA Cosworth (3100RS) motor. Deze werd vorig seizoen noodgedwongen ingezet nadat de Weslake van Wim er de brui aan gaf. Zodoende komen beide wagens opnieuw in dezelfde configuratie aan de start als vorig seizoen. De Capri van Wim Kuijl vervoegt ondanks de aanwezigheid van een HTP paspoort platform 2. Reglementair perfect legaal en dit enkel om geen rechtstreekse concurrentie te vormen met vader Dieter die met een identieke wagen van start gaat in Platform 1.

Het geschreeuw van de supersnelle wankel uit de Mazda RX3 van regerend kampioen Gust Van Haelst ontbreekt ook niet en hij wordt opnieuw een van de favorieten. Vergeten we zeker niet de pk-zwangere Chevrolet Corvette van Luc Branckaerts en niet minder dan drie Ford GT40 voor Emiel De Weerdt, Guy De Baer en René Weldig.

Ook de zeer ervaren Dominique Holvoet is opnieuw van de partij met een familiejuweel, nl. de Toyota Celica Groep 2, ooit nieuw aangekocht in 1971 en door vader Emile Holvoet gebruikt om destijds de Tour de France te rijden.

Platform 3: Opnieuw strijd tussen Porsche en BMW?

Sinds het seizoen 2020 zijn de vroegere platformen 3 (GT) & 4 (Toerisme) van de toenmalige youngtimers samengevoegd in platform 3. Enerzijds omdat de FIA besliste om de leeftijdsgrens van de Historics op te trekken tot 1990 en anderzijds omdat er te weinig GT’s (lees Porsche) aan de aftrap stonden in voorgaande seizoenen. Met voorlopig 15 wagens binnen platform 3 mogen we opnieuw spreken van een knap startveld met veel concurrentie.

Meervoudig Belgisch kampioen Luc Moortgat zal opnieuw trachten om zijn titel te verlengen. Vorig seizoen startte de Real-rijder met twee 0-resultaten en zodoende kwam Atrex-rijder Evertjan als eerste leider uit de strijd met zijn Bastos-BMW M3 E30.

Een race later zou het duo Dirk Van Rompuy en Erik Qvick in de VR Racing BMW E30 M3 de leiding overnemen. Pas tijdens de laatste race op de Nürburgring en na de aftrek van de drie verplichte schrapresultaten kwam de Porsche van Moortgat opnieuw aan de leiding en won nipt het kampioenschap. VR Racing by Qvick Motors tekent opnieuw paraat met vader en zoon Van Rompuy. Erik Qvick fungeert als derde piloot indien Tom Van Rompuy een overlapping heerft in zijn ELMS programma met een LMP3. Een kampioenschap dat uiteraard alle prioriteit krijgt.

De Bastos-BMW M3 krijgen we voorlopig niet meer te zien. Evertjan Alders haalt opnieuw de Atrex-E30 vanonder zeil die een upgrade meekreeg aan de ophanging en die net zoals vroeger nog steeds de krachtige 2900cc in het vooronder heeft. Regenkoning Ben Thaens heeft zijn BMW E30 van de hand gedaan en verhuist naar de platform 4 met een BMW E36.

De Volvo 240 Turbo uit de ateliers van Giuseppe ‘Pino’ Sperlinga en ingezet door GDM Motors van Guillaume Dumarey komt ook opnieuw racen met Fred Bouvy aan het commando.

“We hebben geen package deal en schrijven in per wedstrijd. Het is nog steeds de bedoeling om exacte kopieën van deze legendarische Groep A van RAS Sport uit het ETCC van 1986 te verkopen. Indien er wedstrijden zijn die voor ons interessanter zijn voor de doelgroep, dan primeert het commerciële,” aldus wagenbouwer ‘Pino’.

Voorlopig zijn de BMW’s M3 E30 van VR Racing by Qvick Motors en Visser dus de enige echte overgebleven M3’s in het pak, tenzij Guy Fastres nog inschrijft of Vink Motorsport net zoals vorig seizoen nog enkele gaten vindt in zijn agenda.

Naast de kampioenen-Porsche van Moortgat is er opnieuw een tweede Porsche 996 Cup voor Eric Nulens die misschien opnieuw Erik Bruynoghe naast zich krijgt. Bruynoghe is aangekondigd met een Peugeot 306 in platform 4, maar heeft problemen met de levering van onderdelen. Ook zijn Peugeot 205 is een optie, maar ook deze wagen raakt mogelijk niet tijdig klaar. Verder nog mooi materiaal met onder meer de Mercedes’ 190 2.5-16V van Samuel Verheggen en Thienpont, de BMW’s 325i van Van Nieuwenborgh en Bruneel.

Ook de supersnelle VW Golf van Tom Laureyns (4de in 2021) is opnieuw van de partij, maar pas vanaf het tweede weekend van het seizoen. Ook de Nissan 200 van Verbelen vindt opnieuw zijn weg naar Zolder, net als een pak andere reguliere rijders.

Platform 4 met nieuwe en sterke oppositie voor kampioen Tim Kuijl

De wagens binnen platform 4 - of de nineties van vroeger - zijn de youngtimers van vandaag en tellen een verdubbeling qua deelnemersveld tegenover vorig seizoen. Tim Kuijl werd in zijn prachtige BMW E35 2.5 kampioen met een maximale score. De snelle Nederlander krijgt echter zware concurrentie dit seizoen.

Guy François wil eindelijk eens het potentieel van de ex-fabrieks Nissan Primera BTCC ex-David Lesley tonen, terwijl ook anderen niet stilzaten en de weg naar deze ‘moderne’ klasse vonden.

Zo ook François Bouillon, die tonnen ervaring heeft in de Belcar. Hij kocht afgelopen winter een ex-fabriekswagen Audi 80 Quattro Competition waarmee ex-F1-rijder Emanuele Pirro in 1994 het mooie weer maakte en kampioen werd in het Italiaanse Supertoerisme.

Verder ruilt ook Ben Thaens platform 3 voor platform 4 en dit samen met Bert Theunissen en met een BMW E36. Idem verhaal voor Geert Dierckx die de M3 E30 ruilt voor een E36 en dus ook in platform 4 terecht komt. Last bus not least is er Erik Bruynoghe die met een Peugeot 306 komt aanzetten, maar zoals reeds geschreven zal de Limburger nog een tijd moeten wachten op bepaalde onderdelen. Het Real-duo Ruben Moortgat en Stallivieri doen het net als Matthias Van Hool met een Clio Cup en Potters en Segers komen aan de start met een Peugeot 206. Verder nog een Skoda Ocatvia voor Guillemijn en een Opel Calibra voor Bruneel.

Spa Six Hours op kalender

Bij organisator BRAVO is men terecht fier dat zij eindelijk hun plaats hebben gevonden binnen een van de grootste evenementen ter wereld voor klassieke racewagens: de Spa Six Hours. Een jaarlijkse afspraak waar authentieke racewagens en piloten van overal ter wereld hun weg vinden naar het mooiste circuit van de wereld.

In de kalender opnieuw zes knappe weekends met telkens twee races. In totaal dus 12 races waarvan de 9 beste resultaten in rekening worden gebracht voor de eindafrekening. De piloten mogen zodoende hun drie slechtste resultaten aftrekken van hun totaal aantal gescoorde punten. Ook een afwezige wedstrijd telt als schrapresultaat.